Wanneer kun je beter een vaststellingsovereenkomst niet tekenen?
Vooropgesteld dient te worden dat je altijd een vrije keuze hebt om een vaststellingsovereenkomst niet te tekenen. Het is een vrijwillige beëindiging met wederzijds goedvinden. Werkgevers oefenen desalniettemin nogal eens (psychische) druk uit om toch vooral snel te tekenen. Juist is die situaties is vaak beter om de vaststellingsovereenkomst niet te ondertekenen.
De (concept) vaststellingsovereenkomst niet tekenen
Het is belangrijk om enkel tot een vaststellingsovereenkomst te komen, als je daar zelf als werknemer ook echt achterstaat en er geen sprake is van oneigenlijke druk. De volgende situaties kunnen een rood stoplicht en dus een reden om de vaststellingsovereenkomst niet te tekenen zijn:
1. Er is onvoldoende bedenktijd geboden om tot een zorgvuldige beslissing te komen. Hoeveel tijd redelijk en wenselijk is verschilt per situatie en werknemer. Uitgangspunt is in ieder geval dat alles onder een week echt te kort is. In meer dan 90% van de gevallen waarin onvoldoende bedenktijd geboden wordt, is sprake van tijdsdruk als tactiek en deugt de inhoud ook niet.
2. Je hebt nog geen advies van een jurist ontvangen. Om tot een goede beslissing te kunnen komen is belangrijk dat je weet waar je staat en wat wel en niet mogelijk is in jouw zaak.
3. De vaststellingsovereenkomst is (nog) niet uitonderhandeld. In het overgrote deel van de zaken, is het eerste voorstel geen eindvoorstel. Laat je de vaststellingsovereenkomst niet uitonderhandelen maar teken je meteen, dan doe je jezelf dus meestal tekort. Dit kan anders zijn wanneer de regeling op initiatief van de werknemer tot stand komt, sprake is van een dringende reden of een met vakbonden overeengekomen sociaal plan toegepast wordt.
4. Je bent (minder dan 2 jaar) ziek. Het tekenen van een vaststellingsovereenkomst tijdens ziekte kan leiden tot verlies van sociale zekerheid.
Heb je vragen? Neem vrijblijvend contact op. We helpen je graag.